(4) Vorst, verbouwing van een voormalige schrijnwerkerij ’31 tot eigen woon- en werkatelier (1995)

Een oude schrijnwerkerij ’31 verbouwd tot woon- en werkatelier in 1995.  Oud en nieuw werden versmolten.

De rechthoekige ruimte werd op een vanzelfsprekende manier ingericht volgens het nieuwe programma:  de leefruimte op de benedenverdieping in verbinding met de tuin en de werkplek op de bovenverdieping.
Extra lichtinval werd gecreëerd door middel van een centrale dakkoepel, doorgetrokken tot beneden langs een vloeropening in de werkverdieping.  Op deze manier werd een verticale dimensie toegevoegd aan de oorspronkelijk tweelagige horizontaliteit van het gebouw.  Dit werd nogmaals versterkt door het invoegen van een hangend, houten volume met een eerder gesloten karakter.  Deze meer ‘intieme’ invoeging bevat slaap- en badkamers en hangt een meter lager dan de bestaande verdieping, waardoor ruimte voor een extra derde niveau ontstaat.  De meer op privacy gerichte kamers komen zo op tussenniveaus terecht.  De raamindeling van de voorgevel werd als het ware gekopieerd in het slaapvolume, en dit ‘huis in het huis’ heeft zo ook een voorgevel naar de  leef- en werkruimten toe.  Binnen is weer buiten.

Op de benedenverdieping werd een tweede volume als een semi- transparante constructie van multiplex lattenwerk opgebouwd waarin een keuken, bar, berg- en wasruimte en sanitaire cel verwerkt zijn.  Ook verlichting en dampkap zijn geïntegreerd in de bruingebeitste omhulling die het midden houdt tussen een huis en een meubel.

”Eigenlijk is er niet en wel veel veranderd op de Beukenberg”, zo schreef Alexander Desbulleux in 2002 in het Belgisch architectuurtijdschrift A+177.